perodiek systeem
alle stoffen hebben stofeigenschappen, hieraan kun je stoffen herkennen. bijvoorbeeld: van een afstandje lijken zout en suiker best wel op elkaar maar als je gaat proeven merk je duidelijk verschil. je hebt er niet altijd genoeg aan om een stofeigenschap te onderzoeken soms zijn er meerdere voor nodig.
de verschillende stofeigemschappen zijn: 1.kleur
2.geur
3.smaak
4.giftigheid
5.smeltpunt
6.kookpunt
7.brandbaarheid
maar ondamks dat smaak in het lijstje staat mag je nooit zomaar een stof proeven tenzij je zeker weet dat het veilig is.
het kleinste deeltje van een stof heet een molecuul. moleculen zijn zo klein dat we ze met onze zintuigen niet meer kunnen waarnemen.alle moleculen van een stof hebben de zelfde stofeigenschappen. iedere stof heeft amdere moleculen.daardoor heeft elke stof ook andere stofeigenschappen.moleculen bestaan uit nog kleinere deeltjes. die deeltjes heten atoomen.wat in het grieks ondeelbaar betekend.als je watermoleculen in stukjes hakt is het geen water meer,maar andere stoffen.
zuren en basen
in het dagelijks leven hebben we verschillende stoffen die we we zuur noemen. je kent waarschijnlijk wel citroenzuur of azijnzuur deze zijn redelijk zwak.je hebt ook sterke zurenbijvoorbeeld zoutzuur of zwavelzuur. deze zuren kunnen metalen aantasten.
het omgekeerde van een zuur is een base. bijvoorbeeld zeep of ammonia. zuren smaken zuur en basen bitter.
er zijn producten die kunnen aantonen of iets een zuur of een base is of dat er zetmeel of koolstofdioxide aanwezig is. bijvoorbeeld
1.rodekoolsap
2. joodoplossing
3.kalkwater